Programmaplan

Algemene dekkingsmiddelen

Algemene dekkingsmiddelen

Thema Algemene dekkingsmiddelen

Algemene uitkering uit het gemeentefonds
De algemene uitkering uit het gemeentefonds is veruit de grootste inkomstenbron van de gemeente. Het gemeentefonds wordt beheerd door het ministerie van Binnenlandse Zaken. Via een uitgebreid systeem van objectieve maatstaven wordt de algemene uitkering verdeeld over de gemeenten. Wij volgen de circulaires die door het ministerie in mei en september worden opgesteld en verwerken de ontwikkeling van de algemene uitkering, die daarin worden aangegeven, in de producten van de planning- en controlcyclus.

De stand voor de begroting 2023 is gebaseerd op de septembercirculaire 2022, die op Prinsjesdag is verschenen. Zoals wij eerder hebben aangegeven, doen zich in 2023 een aantal grote veranderingen voor in de algemene uitkering en de verdeling daarvan over de gemeenten.

Herijking gemeentefonds
Het Rijk heeft besloten om met ingang van 2023 de herijking van het gemeentefonds door te voeren. Om tegemoet te komen aan de bezwaren die bij veel gemeenten leven, wordt de herijking vooralsnog alleen tot en met 2025 doorgevoerd. Het is de bedoeling dat in 2026 een nieuw stelsel voor de financiële verhouding tussen het Rijk en de gemeenten wordt ingevoerd (waarover hieronder meer). Nieuwegein is een gemeente met een fors nadelig effect. Het effect van de herijking wordt niet in één keer doorgevoerd, maar via een ingroeipad. De gemeente ontvangt een suppletie-uitkering waardoor het nadelige effect voor 2023 gemaximeerd op € 7,50 per inwoner. Voor de jaren daarna komt daar steeds € 15 per inwoner per jaar bij.

Wijziging normeringssystematiek
Het Rijk heeft recent een aantal maatregelen genomen waardoor de normeringssystematiek met de koppeling aan de ontwikkeling van de netto-rijksuitgaven ("samen trap op en trap af") feitelijk is afgeschaft. In plaats daarvan wordt de algemene uitkering voortaan aangepast voor nominale en volume-effecten. Het nominale effect is een aanpassing van de uitkering voor loon- en prijsstijgingen. In tegenstelling tot het verleden wordt daarvoor nu een gewogen gemiddelde van de loon- en prijsstijgingen gebruikt. Dit is exclusief de doorwerking van de hogere stijgingen in 2022. De middelen die het Rijk toevoegt of uitneemt uit het gemeentefonds komen tot uitdrukking in het volume-effect. Anders dan in het verleden gaat dat niet meer op en neer met de rijksuitgaven. Dat geeft aan de ene kant meer stabiliteit doordat onderuitputting op de rijksuitgaven en eventuele ombuigingen niet meer automatisch worden verrekend met de algemene uitkering. Aan de andere kant gaat de algemene uitkering niet meer omhoog als bijvoorbeeld landelijk de zorgkosten stijgen. Als dat komt door een stijgend beroep op de zorg moeten de gemeenten de gevolgen daarvan voor de eigen begroting nu zelf opvangen.

Nieuwe financiële verhoudingen in 2026
De hierboven aangegeven wijziging van de normeringssystematiek is een tussenfase. Het Rijk wil met ingang van 2026 komen tot een nieuwe opzet van de financiële verhouding met de gemeenten. Daarbij wordt onder meer gedacht aan een uitbreiding van het belastinggebied van gemeenten. Dit wordt in de komende jaren verder uitgewerkt.

Extra middelen jeugdzorg
Uit een rapport van een onafhankelijke commissie is duidelijk geworden dat de middelen die de gemeenten voor de jeugdzorg krijgen, onvoldoende zijn voor een goede uitvoering van de taken. Het kabinet heeft daarop besloten om ook voor 2023 aanvullende middelen beschikbaar te stellen. Voor de jaren na 2023 moet daar formeel nog een besluit over genomen worden. Gezien deze onzekerheid hebben wij, net als vorig jaar, 75% van dit bedrag al in de meerjarenbegroting opgenomen.

Groei van de stad
De gemeente Nieuwegein kent voor de komende jaren een woningbouwopgave. Deze opgave leidt tot extra woningen en extra inwoners. Omdat de groei van het aantal woningen en daarmee het aantal inwoners hoger ligt dan gemiddeld in Nederland, leidt dit, via de verdeling van het Gemeentefonds, tot extra middelen uit datzelfde Gemeentefonds. In de nota ‘Duurzaam financieel evenwicht – een tussenstand’ hebben wij aangegeven dat wij voorstellen om deze extra middelen toe te delen aan de verschillende beleidsterreinen. Hiermee zijn deze middelen beschikbaar voor een toenemend beroep op voorzieningen, die als gevolg van de groei ontstaat.

Toepassing van de meest recente bevolkingsprognose op de berekening van het gemeentefonds leiden voor de maatstaven inwoners, woonruimten en omgevingsadressendichtheid tot een extra stijging van de algemene uitkering voor Nieuwegein, oplopend van ongeveer € 314.000 in 2023 naar € 758.000 in 2025. Hierin is ook rekening gehouden met 20% van de OZB-inkomsten van de extra woonruimten, het gedeelte dat voorlopig nog niet wordt verrekend via het Gemeentefonds. Door het ravijn in de algemene uitkering in 2026 en het daaruit resulterende tekort in de jaarschijf van de begroting, kan in dat jaar vooralsnog geen bijdrage aan Groei van de stad worden geraamd.

Van deze bedragen willen wij 80% (€ 251.200 in 2023, oplopend tot € 590.400 in 2025) inzetten voor de meerkosten die als gevolg van de groei van de stad ontstaan, verdeeld op basis van de relatieve omvang van de programma's in de begroting, zoals voorgesteld in de kadernota 2023. In de eerste technische wijziging 2023 zullen wij de verdeling voor het komende jaar verwerken. Concreet gaat het daarbij om de volgende verdeling:

Verdeling programma's 2023: 

%

Bestuur & Dienstverlening

2,6%

          6.600

Wonen & Economie

4.1%

           10.200

Leefomgeving & Veiligheid

11.3%

       28.500

Vrije Tijd

5.5%

      13.800

VEKOB

33.5%

     84.100

Bedrijfsvoering

43.0%

   108.000

100,0%

     251.200

Voor de jaren daarna zal de verdeling worden bepaald in de betreffende kadernota's.  

De overige 20% (€ 62.800 in 2023, oplopend tot € 147.600 in 2025) is beschikbaar voor het effect van de schaalsprong en het inlopen van achterstanden. Hierbij is voorgesteld dit deel vooral in te zetten voor investeringen in nieuwe voorzieningen en mobiliteitsaanpassingen die als gevolg van de groei noodzakelijk zijn. Hiervoor worden concrete voorstellen voor de inzet van deze middelen opgesteld.

Lokale heffingen en treasury
De ontwikkelingen met betrekking tot treasury en lokale heffingen worden nader toegelicht in de desbetreffende paragrafen. Wat betreft de indexering van de inkomsten wordt voor 2023 uitgegaan van een stijging van de opbrengsten met 5,7% (stand september). Dit percentage is inclusief de doorwerking van de gestegen inflatie in 2022. In combinatie met de hogere verwachte inflatie in 2023 komt de indexering van de tarieven veel hoger uit dan in eerdere jaren.

Vennootschapsbelasting (vpb)
Sinds 1 januari 2016 is de wet modernisering vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen van kracht. Als een overheid (zoals de Gemeente Nieuwegein) dezelfde activiteit uitvoert als het bedrijfsleven, moet deze overheid sinds 2016 ook vennootschapsbelasting betalen als ze fiscale winst maakt.

Om te bepalen welke activiteiten vennootschapsbelastingplichtig zijn, hanteert de fiscus 3 criteria:

  • Deelname aan het economisch verkeer: kan de activiteit ook door een niet-overheid worden uitgevoerd?
  • Structureel creëren van een overschot: maakt de overheid meerdere jaren winst op deze onderdelen?
  • Organisatie van arbeid en kapitaal: zet de overheid voor deze onderdelen mensen en machines of gebouwen in?

Voor wat betreft de vennootschapsbelasting wordt jaarlijks de te betalen belasting op de "winst" op de reclame-inkomsten van de gemeente in de begroting geraamd. Voor wat betreft de verwachte vennootschapsbelasting voor het grondbedrijf wordt jaarlijks aan de hand van de voorlopige aanslag een inschatting gemaakt. Deze wordt verwerkt in de bestuursrapportage.

(bedragen x € 1.000)
Lasten € 3.863
Baten € -148.354
Saldo € -144.491
Deze pagina is gebouwd op 12/07/2022 16:32:05 met de export van 12/07/2022 16:26:08